Over dit gebouw
Op het erf van de Kilbershoeve uit Meeuwen ontdek je alles over het vakmanschap brood. Geconcentreerd op één erf in het museum ontdek je niet alleen een aantal stukken uit de Bokrijk – collectie zoals bakkersgereedschap, maar ook de vele tradities rond brood, de betekenis en het belang ervan.De schuur op het erf onderging een doorgedreven restauratie en is voortaan ingericht als bakkerij.
De collectie
De Bokrijkcollectie is de basis van de museale opstelling in het woonhuis en het bakhuis van de Kilbershoeve van Meeuwen. Een collectie ambachtelijk gereedschap wordt opgesteld samen met audiovisuele presentaties over de betekenis van brood (economisch, sociaal, religieus…) gisteren, vandaag en morgen. Een eerste presentatie in het woonhuis toont ambachtelijk bakkersgereedschap uit de negentiende en de twintigste eeuw.
Koekvorm (speculaas)
De figuur stelt een man voor in 18de eeuwse klederdracht. Het deeg werd op de vorm gelegd en met een rolstok ingedrukt en afgesneden.
Wafelijzer
In de Lage Landen was het wafelijzer meestal rechthoekig van vorm in tegenstelling tot de ronde vorm die in de Scandinavische landen (of ook bijvoorbeeld in Oostenrijk en Zwitserland) gebruikelijk was. Het bakken van wafels was een typisch vrouwelijke bezigheid. Het deeg werd een tijdlang voor het bakken gemaakt van boekweitmeel, suiker of honing, anijs en vet of boter. Het werd met een pollepel omgeroerd tot het de gewenste dikte had, maar nog vloeibaar was. Bij het wafelijzer hoorde een ijzeren steuntje of een drievoet zodat het gemakkelijk boven het vuur kon omgedraaid worden.
In de meeste gevallen werden de ijzers gemaakt door een smid. Tot in het begin van de 20e eeuw werden vrijwel steeds wafelijzers in tangvorm gebruikt. Deze oude ijzers verzeilden naar de achtergrond met het verschijnen van de elektrische wafelijzers.
Broodmes
Dit is een typisch voorbeeld van een zogenaamde ‘Wesvlaamse broodpikke of broodpekke’, waarbij het mes en de haak één enkel werktuig zijn geworden. Dit in tegenstelling tot de Kempische variant waarbij er een afzonderlijke broodhaak is, die voorzien is van een gleuf om het broodmes te bevatten. Men maakte eerst met de punt van het broodmes een kruis op de onderkant van het brood. Daarna werd het brood tegen de borst gehouden en sneed men naar het lichaam toe.
Meer verdiepende informatie ontdek je dankzij de Erfgoedapp