Intro
Op 13 februari 1634 worden de eerste stenen geleverd voor een nieuwe duiventoren aan de hoeve van het kasteel van Ingelmunster. Op vraag van de gravin en ter nagedachtenis van graaf de Montblanc schenkt de gemeente Ingelmunster de duiventoren aan Bokrijk. De Duiventoren is momenteel ingericht als uitkijkpunt over de vijvers van natuurgebied De Wijers en geeft zo een prachtig panoramisch uitzicht.
Foto's van het gebouw
[placeholder]
Het gebouw en zijn geschiedenis
Bijzonder gebouw
De duiventoren behoorde tot de hoeve van het kasteel van Ingelmunster. De toren werd gebouwd in 1634 toen duiventorens nog heel bijzondere gebouwen waren. Tijdens het ancien régime mocht alleen wie duifrecht had een duiventil bouwen. Dit recht was voorbehouden voor de adel, abdijen en boeren met voldoende grond. Duiventorens kwamen daarom alleen voor bij kastelen, abdijen en grote hoeves en toonden de sociale status van de eigenaar van de boerderij.
Een duiventil bouwen was niet eenvoudig; er kwamen metselaars, timmermannen, tegelzetters en een smid aan te pas. Hun rekeningen voor de bouw van deze toren zijn bewaard gebleven. Zo kennen we hun namen en weten we zelfs hoe lang ze hieraan gewerkt hebben!
Niet alleen duiven
De duiven zaten op de tweede verdieping. Daar kon je – om te voorkomen dat er duiven werden gestolen – alleen via een ladder naartoe. Op de 1e verdieping van de toren was een opslagplaats voor dierenvoeder. Op de beneden verdieping van de duiventoren liepen varkens of kippen rond. Al die dieren werden gekweekt voor hun vlees en voor hun mest.
Lastig of nuttig?
Duiven houden werd zoveel mogelijk beperkt omdat ze het zaaigoed en de graanoogst op de akkers opaten. Duiven werden gezien als een plaag door de boeren, maar die mochten de vogels niet verdelgen. Toch waren duiven ook nuttig, ze werden vooral gekweekt voor hun lekker vlees en hun goede, kostbare mest. Die mest werd gebruikt in de moestuin en voor de teelt van vlas, raapzaad en hop.