Intro
In 1402 heeft de pachter van deze Uitschoolhoeve, Joannes Verachtert, 5 koeien, 6 kalveren, 4 paarden en 40 schapen. Conservator Jozef Weyns en kanunnik Milo Koyen redden de vervallen hoeve van de sloop. De Uitschoolhoeve verhuist in 1954 naar Bokrijk.
In de hoeve tref je een historische inrichting aan. Deze neemt je terug naar het jaar 1756.
Foto's van het gebouw
[placeholder]
Het gebouw en zijn geschiedenis
Een verstandige huisbaas
De abdij werkte nauw samen met de pachters van de meer dan 100 hoeves die ze verhuurde. De abdij bouwde de hoeves, stond in voor herstellingen en zorgde voor goed zaaigoed. De paarden en het vee waren waarschijnlijk gemeenschappelijk bezit van de abdij en de pachter. De pachters werden bijgestaan met raad en daad. Die samenwerking verzekerde een goede opbrengst.
Een goede pachter
De familie T’Seyen baatte de hoeve bijna 150 jaar lang uit. Dat was heel lang. Een pachtcontract ging meestal niet over via erfenis. Korte pachtcontracten zorgden ervoor dat de abdij een slechte pachter kon vervangen. Dat was hier niet nodig! Als de pachter overleed, koos de abdij een nieuwe pachter. De pachter moest de abdij jaarlijks graan, boter, kaas en varkens leveren en een som geld. Een pachter was in de Kempen niet per se arm. De Uitschoolhoeve in Oevel was met zijn 44 hectare een van de grootste en rijkste hoeves van de streek.
De verhuizing
Knechten en meiden werden voor een jaar in dienst genomen. Wie wilde, kon daarna verhuizen naar een nieuwe werkgever. Wanneer pachters, knechten en meiden verhuisden, werd er gefeest. Als een pachter verhuisde, bestond de verhuisstoet uit 10 of meer – geleende en eigen – karren, volgeladen met meubels, landbouwgereedschap, graan, … De karren werden versierd en er werd gezongen.
Wil je meer te weten komen over de pachters van de Uitschoolhoeve uit Oevel? Lees dan hier het volledige onderzoeksrapport!