Intro
Deze 17e-eeuwse boerderij uit Kortessem staat sinds 1954 in Bokrijk. In 2012-2015 werd dit gebouw grondig gerestaureerd door de vaklui van Bokrijk. De huidige generatie timmerlieden, strodekkers, lemers en vitsers herstelde het huis op basis van traditionele technieken. De restauratie was bovendien dé gelegenheid om opnieuw een verbinding aan te gaan met de ‘source community’ rond het woonhuis: de familie Claesen en de inwoners van de gemeente Kortessem. In het gebouw kan je een hedendaagse expo vinden over de geschiedenis van het huis, zijn bewoner en de restauratie. Een cahier over het gebouw is verkrijgbaar in de museumshop van Bokrijk.
Foto's van het gebouw
[placeholder]
Het gebouw en zijn geschiedenis
Dit L-vormige boerderijtje in vakwerk is afkomstig uit Kortessem, in de streek Vochtig-Haspengouw. Het huis dateert uit het midden van de 17e eeuw. Het woongedeelte is bereikbaar langs de ‘nere’ (het inkomportaal). De nere geeft toegang tot de centrale ruimte: het ‘huis’ (de keuken). Van daaruit bereikt men de voorraadkamer (noorden) en twee slaapkamers (oosten). Haaks tegen de woonvertrekken is er een schuur met stal gebouwd. Op hetzelfde erf bevindt zich een varkenshok uit Schakkebroek en een bakhuis met secreet, een toilet, uit Zolder-Viversel, beide 19e-eeuws.
De laatste bewoner van dit huis was Jan Claesen (°1870). In 1914 woonde hij hier met zijn vrouw, zijn zus en haar gezin. Later deelde het koppel Claesen het huis met de nicht van Jan, haar man en kinderen. In 1953 koopt de Vlaamse Toeristenbond het huis en schenkt het aan Bokrijk. Het was het eerste gebouw dat in het museumdeel Haspengouw werd opgericht. Jan Claesen dichtte naar aanleiding van de verplaatsing een afscheidsgroet voor zijn huis. Na de heropbouw in het museum werd dit gedicht in de nere van het gebouw opgehangen. Twee jaar na de overbrenging van zijn huis naar het museum sterft Claesen.
Vanaf 2012 onderging het woonhuis een grondige restauratie, nauwgezet uitgevoerd door de vaklui van Bokrijk. Het verhaal van het vakwerk – vroeger, vandaag én morgen, traditioneel én innoverend – net zoals de geschiedenis van het huis zijn na te lezen in een cahier,. Dit cahier wil een brede gemeenschap van mensen en partners rond dit huis én de lezers sensibiliseren voor de schat aan onroerend, roerend en immaterieel erfgoed dat het museum huisvest.
Bewoners
Een huis uit vakwerk
Kijk eens van dichtbij naar de muren van dit huis. Het is opgetrokken in vakwerk. Dat was goedkoper dan een volledig houten of stenen huis. Houten balken vormen de basis. Daartussen bevindt zich een vlechtwerk van latten en twijgen. Dat vlechtwerk is bedekt met een mengeling van leem, stro en paardenurine of ammoniak. Daarover kwam een kalklaag. Vakwerk verdween geleidelijk toen hout schaarser werd en steen aan populariteit won.
Een bouwpakket
De huizen in Bokrijk stonden oorspronkelijk ergens anders en werden hier opnieuw opgebouwd. Maar hoe haal je een huis uit elkaar zonder het te beschadigen? Bij dit huis werd eerst de vulling van de wanden verwijderd. Vervolgens werden de dakpannen weggehaald. De houten constructie die overbleef, kon gemakkelijk worden vervoerd. In Bokrijk verving een timmerman het rotte hout. Daarna zette hij de balken weer ineen. De muren werden gevuld met nieuw vlechtwerk en leem. Tot slot werd het dak opnieuw bedekt. Dit huis werd opgebouwd volgens de staat waarin het zich in 1900 vermoedelijk bevond. In 2012-2015 is het vakwerk volledig vernieuwd.
Jan Claesen doet het zelf!
Veel zaken die we vandaag in de winkel kopen, maakten mensen vroeger zelf. Jan Claesen was varkenskoopman van beroep. Maar hij maakte ook klompen, onderhield een groentetuin en een boomgaard en bakte brood. Hij spon wol en hij maakte kaas. Zijn bijen brachten hem honing. En ook een beetje plezier mocht niet ontbreken: van zijn appels maakte hij cider.