Intro
Deze 18e-eeuwse kapel uit Zepperen fungeert als kerk in museumdeel Haspengouw. Ze werd in 1968 geschonken aan het museum. Op deze locatie luister je naar de donderpreek van meneer pastoor (Bokrijkacteur).
In de kapel tref je een historische inrichting aan. Deze neemt je terug naar het jaar 1900.
Foto's van het gebouw
[placeholder]
Het gebouw en zijn geschiedenis
Deze kapel stond oorspronkelijk in een weiland (‘bampt’) in Zepperen bij Sint-Truiden. Ze werd in de 15e eeuw gebouwd voor het nabijgelegen Bogaardenklooster. In 1736 braken de kloosterlingen de middeleeuwse kapel af en herbouwden haar. Het nieuwe bakstenen gebouw met natuurleien dak kreeg een barok tintje. De kapel was toegewijd aan de Heilige Antonius uit Egypte. Tussen 1770 en 1820 kwamen vele bedevaarders jaarlijks de kapel in Zepperen bezoeken. Dit gebeurde steeds op 17 januari, de naamdag van Sint-Antonius.
Tijdens de 20e eeuw raakte het gebouw in onbruik en in 1968 schonk de laatste eigenaar de kapel aan Bokrijk. Kort daarna werd het gebouw getroffen door een brand die het dak vernielde. Desondanks werd de kapel overgebracht en volledig heropgebouwd in het museum. Hier kreeg het interieur een 18e-eeuwse inrichting, in lijn met het bouwjaar van de kapel.
Bewoners
Kerkhofmuur
Belangrijke personen werden tot 1784 vaak in een kerk of kapel begraven. Gewone mensen kregen een plaats in de tuin van de kerk: het kerkhof. Rond het kerkhof stond steeds een muur of omheining. Daarbinnen was de grond gewijd. Misdadigers kregen er een soort asielrecht. Ze konden er bijvoorbeeld niet worden gearresteerd. De omheining diende ook om het vee weg te houden.
Heiligenverering, 24/24 en 7/7
Zie je het beeld van Sint-Antonius van Egypte achter het rechtse raam? In de balk eronder zit een gleuf. Die gleuf diende om offergeld te doneren. Zo konden mensen altijd een offer achterlaten en het heiligenbeeld zien, ook als de kapel gesloten was. Via de gleuf komt het geld in een offerblok terecht. Om zich te behoeden voor allerlei onheil, vereerden gelovigen heiligen. Ze baden, brandden kaarsen en brachten geldoffers. Elke heilige had zijn specialiteit. Deze kapel van de ‘Natte Bampt’ was aan Sint-Antonius van Egypte gewijd. De heilige Antonius zou mensen en hun vee beschermen tegen besmettelijke ziektes.
Zwijgen en luisteren
Een groot deel van de misviering stond de pastoor met zijn rug naar de mensen. Bovendien sprak hij tijdens de misviering Latijn, een taal die dorpelingen niet begrepen. Tijdens de preek sprak de pastoor wel Nederlands. Daarin vertelde hij hoe gelovigen zich dienden te gedragen. Hij leerde de dorpelingen immers niet enkel over het geloof, maar gaf ook zijn mening over leefgewoonten, relaties, ontspanning, …