Intro
Dit kleine gebouw is een 19e-eeuwse daglonerswoning uit Kortessem. De woning werd in 1972 gedemonteerd en overgebracht naar Bokrijk.
Foto's van het gebouw
[placeholder]
Het gebouw en zijn geschiedenis
Dit vakwerkgebouw uit de 19e eeuw was een woning voor dagloners. Zij hadden zelf geen landbouwbedrijf maar werkten in dienst van een grote boerderij in de omgeving. Je betreedt de woning langs de ‘nere’, een inkomportaal en kleine gang die ook als dorsvloer gebruikt kon worden. Daarnaast liggen de keuken en de slaapkamer. Vanaf 1890 werd dit huis bewoond door het koppel Nicolas Lismont en Miet Boedri. Later geven zij de woning door aan de nicht van Miet en haar gezin.
Bewoners
Waarom is er hier geen schuur of stal?
Deze woning is een daglonershuisje. Dagloners of landarbeiders hadden geen eigen boerderij, of een heel kleine. Daarom gingen ze in dienst bij een andere, grote boerderij. Grote hoeves die een beroep deden op dagloners vond je in vruchtbare en minder bevolkte streken zoals Haspengouw. Landarbeiders voerden allerlei taken op het veld uit: aardappelen planten, mest verspreiden, grachten onderhouden, oogsten, onkruid wieden, …
Loon naar werken
Dagloners kregen een vergoeding per werkdag of per prestatie. Bij de graanoogst werden ze bijvoorbeeld betaald op basis van de gemaaide oppervlakte. Dagloners werkten lange dagen. Hoe zwaarder het werk, hoe hoger het loon. Regelmatig werkten ze ook in ruil voor een dienst van de boer. Een landarbeider die zelf een kleine boerderij had, gebruikte bijvoorbeeld het paard van de boer om zijn grond te ploegen. Die ‘ploegschuld’ betaalde hij terug door voor de boer te werken. Vaak voorzag de boer eten en drinken voor zijn dagloners. Dat maakte deel uit van het loon.
Het hele gezin ingeschakeld
Zodra ze oud genoeg waren, dienden ook kinderen te werken om het gezin mee te onderhouden. De jongsten waren amper 7 jaar. Kinderen van dagloners traden vaak in dienst bij een grote boer als knecht of meid. Zo waren er minder monden te voeden. Als ze niet in dienst gingen, werkten kinderen, net als vrouwen, in drukke periodes mee op het land.