Intro
Elk kruispunt zijn kruis. Op oude kaarten zie je dat er ooit aan bijna elk kruispunt in Vlaanderen een kruis stond. Die kruisen moesten onder andere beschermen tegen onheil. Vroeger geloofden mensen namelijk dat er op kruispunten geesten ronddwaalden.
Het gebouw en zijn geschiedenis
Bij zo’n kruis was je veilig, net als in de kerk. De kruisen hadden ook een praktisch doel. Ze dienden als oriëntatiepunt, als grensmarkering en als halte voor processies. Wanneer een overledene naar de kerk werd gedragen, dienden de kruisen ook als rustplaats voor de dragers. Andere kruisen langs de weg herinnerden aan een gebeurtenis, zoals een overlijden, of waren geplaatst uit dankbaarheid of hoop. Tot in de 17e eeuw kon een rechter een moordenaar verplichten om een kruis op te richten als onderdeel van zijn straf. De dader moest op de plek van de moord een kruis plaatsen als verzoening met de nabestaanden. Zo’n kruis heet een zoenkruis of moordkruis. Vanaf de 19e eeuw plaatsen nabestaanden vaak zelf een kruis of een ander herdenkingselement als eerbetoon.