Skip to main content
Het Duifhuis Sint-Truiden voor restauratie in oktober 2019.

Duifhuis Sint-Truiden

Building details

Constructie periode

17e eeuw

Regio

Haspengouw

Afkomstig van

Sint-Truiden

Kwam naar Bokrijk in

1971

Restauratie info

Gerestaureerd, juni 2020 – november 2021

Gebouw type

Historisch gebouw

Huidige invulling

Dieren ontmoeten

OPGELET! Op dit erf zijn geen honden toegelaten. 

Intro

*Geen honden toegelaten op dit erf*
Deze vierkantshoeve is afkomstig uit Sint-Truiden. De oudste gebouwen dateren uit de 17e eeuw. Andere delen van het complex werden pas in de 18e of 19e eeuw bijgebouwd. In 1971 werd de hoeve overgebracht naar Bokrijk. Vandaag is in het Duifhuis de museumboerderij ondergebracht. Hier kan je verschillende historische dierenrassen uit Vlaanderen leren kennen. 

Foto's van het gebouw

[placeholder]

Het gebouw en zijn geschiedenis

Deze vierkantshoeve is deels in baksteen, deels in vakwerk opgetrokken. De gebouwen stonden in Bernissem Broek, te Sint-Truiden. Het imposante complex omvat een woongedeelte met stenen woontoren, een paarden- en koestal, twee schuren in vakwerk, varkensstallen en een bakhuis. De vakwerkconstructie van de grote graanschuur is bijzonder: hij is niet gevuld met vitselwerk en leem, maar met bakstenen. Zo waren er minder reparaties nodig.

Het erf groeide doorheen de eeuwen gestaag aan. Het oudste gebouw, de woontoren, dateert uit 1663. De meest recente toevoeging was de kleine dwarse schuur uit de 19e eeuw. De naam ‘duifhuis’ verwijst naar het vroegere recht dat de bewoners genoten om duiven te houden. Boven in de toren bevinden zich de vlieggaten van de duiventil. 

Deze hoeve nam een belangrijke sociale positie in binnen de regio. Kleinere pachters mochten er hun oogst komen stapelen en ook seizoenarbeiders konden aan de slag op dit bedrijvig landbouwcomplex. Het boerenbedrijf verloor zijn rol in de maatschappij met de opkomst van de industrialisatie. Zo kwam het Duifhuis in verval totdat de laatste eigenaar besloot om het te verkopen in 1971.

Bewoners

Allemaal beestjes  

Hoeveel dieren woonden er op deze boerderij? Tijdens de eerste helft van de 20e eeuw waren er steeds minstens 1 os, 1 stier en 20 (melk)koeien met hun kalfjes. Er waren ook tot 6 Brabantse boerenpaarden, een tweetal veulens, meerdere varkens en biggen, … Om zoveel dieren te houden, diende je heel wat grond ter beschikking te hebben: weiden om ze te laten grazen en akkers met voedergewassen, zoals haver.   

Een vierkant vol bedrijvigheid  

Deze hoeve ziet er imposant uit. De woontoren, paarden- en koeienstal en grote schuren vormen samen een vierkant. Toch is het geen gesloten geheel, zoals bij de meeste vierkantshoeves wel het geval is. Het gonsde in het Duifhuis van de bedrijvigheid, met soms tientallen seizoenarbeiders. Er werden dieren gehouden en suikerbieten, graan en fruit geteeld. De fruitbomen op het erf waren hoogstammen.

Een kostbaar paard  

In de paardenstal van deze boerderij konden 6 paarden staan. In de stal was een bed voorzien. Als een merrie moest bevallen, werd ze apart gezet en sliep de boer of een knecht mee in de stal. Ook bij ziekte hield de knecht graag een oogje in het zeil. Een paard was namelijk een kostbaar en nuttig dier. 

November 2020

De eerste fase van het Duifhuis is afgerond. Hiermee wordt bedoeld de fase van de restauratie van alle gebouwen in baksteen. Dit was nodig zodat de dieren warm ‘onderdak’ hebben voor de winter. Aangezien het Duifhuis één van de grootste restauraties betreft op het vlak van leemwerken, worden deze gezamenlijk in fase 2 aangepakt vanaf het moment dat de dieren terug de weides op kunnen.

Oktober 2020

De stallingen in baksteen worden in recordtempo afgewerkt zodat de dieren een dak boven hun hoofd hebben voor de nakende winter.

Augustus - september 2020

In augustus 2020 ging één van de grootste restauratiesites van start: de restauratie van het Duifhuis. Deze imposante vierkantshoeve bestaat uit een complex van gebouwen, hetgeen de timing en planning van de restauratie eveneens complex maakt. Er werd besloten om de restauratie in twee fasen op te splitsen, waarbij het bakstenen gedeelte in het najaar wordt aangepakt en het lemen gedeelte in het voorjaar wordt gerestaureerd. Hierdoor kunnen de dieren ook op stal blijven in de winter.

De gevel wordt gereinigd en hierna wordt de dakbedekking gedemonteerd. Vanuit historisch standpunt zijn nieuwe dakpannen te ‘clean’. Bovendien wordt er bij een restauratie telkens geprobeerd om zoveel mogelijk van het authentieke materiaal te behouden. Daarom wordt er besloten om de huidige pannen te reinigen en de kapotte pannen te vervangen door pannen die elders gerecupereerd werden. De pannen zijn overigens nog in té goede staat om ze allemaal te vervangen. Het dak heeft momenteel een organisch uitzicht door de unieke handgevormde structuur van de pannen en dit kan door het reinigen van de pannen zo behouden worden. Er zullen ook nieuwe stropoppen worden geplaatst onder de dakpannen. De leien op de toren worden wel integraal vervangen door een waardig alternatief.

Op verschillende plaatsen worden de scheuren in het metselwerk hersteld. Deze scheuren hebben eerder een esthetische dan wel een stabiliteitstechnische impact. Echter, er wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om toch een versteviging aan te brengen met een draadstang en het opnieuw invoegen met een platte mortel.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief