Inspiratie
Het verhaal van de draaimolen is niet zo lieflijk als je zou denken. Niemand minder dan de Kruisvaarders zouden Arabische krijgers in de Levant een balspel te paard hebben zien spelen. Prima idee, vonden ze: je ruiterkunsten en behendigheid trainen zónder elkaar met lansen van een strijdros te stoten. En om maar meteen man en paard te noemen: was het wel nodig dat arme beest steeds uit te putten tijdens eindeloze oefengevechten? Een surrogaatsysteem werd uitgedokterd met hangende manden aan draaiende dwarsbalken op een paal. Daar zat je dan als stoere ridder, je lans door een ring te mikken met je benen uit een zwierende korf bungelend.
Grand Carrousel
In het zuiden van Europa ging dit soort krijgsoefening bekendstaan als garosello, wat zoveel betekende als ‘klein oorlogje’. Voeg een Franse tongval toe en je komt al snel uit bij ‘carrousel’. Het werd een algemene term om militaire oefeningen en parades te paard mee aan te duiden. Zo trakteerde de Franse koning Lodewijk XIV in 1662 meer dan tienduizend toeschouwers op de Grand Carrousel in Parijs, een tweedaags spektakel met honderden ruiters.
Afbeelding: de Grand Carrousel bij de Tuilerieën in Parijs, 1662.
Kermismeubilair
Ondertussen omarmden ook foorkramers het concept. Ze verfijnden en versierden de ‘paardjesmolen’ tot hét kermismeubilair bij uitstek. In de 19e eeuw verving stoomkracht mensen en dieren als aandrijving. Toen Charles I.D. Looff zijn iconische exemplaar op Coney Island neerpootte, draaide de carrousel al eeuwen mee – zij het niet steeds als onschuldig kindervertier.
Afbeelding: de eerste carrousel van Charles I.D. Looff op Coney Island, 1876