Bokrijk Sengu
Voor het vakmanschap HOUT koos Bokrijk ervoor om samen te werken met TAAT (Theatre as Architecture – Architecture as Theatre), een theater- en architectuurcollectief dat projecten vanuit een DIT-principe (Do It Together) benadert. Niet de architect staat centraal in het ontwerp en de realisatie van een houten bouwwerk, wel het publiek dat eraan meewerkt en de wijze waarop de overlevering van kennis plaatsvindt.
Vanaf het najaar 2015 tot en met de zomer van 2016 werkte TAAT ‘Bokrijk Sengu’ uit i.s.m. vijf jonge ontwerpers uit Vlaanderen en Nederland: Bas Vrehen, Frederic Schobben, Jolien Naeyaert, Sylvie Hagens en Ward Delbeke (dRAW). In juli 2016 werd Bokrijk Sengu opgebouwd in het Openluchtmuseum waar het 2 jaar lang een vaste plek kreeg. In de winter van 2018 verhuisde het paviljoen naar de Verbeke Foundation.
Wat is Sengu?
Sengu is de benaming voor een bouwritueel in Japan. Om de 20 jaar wordt een tempel – o.a. de Grand Shrine in de stad Ise - herbouwd op exact dezelfde wijze. Dit gebeurt naast de oude tempel die een-op-een als voorbeeld wordt gebruikt. De informatie betreft bouwwijze, materiaalgebruik en ruimtelijke indeling die zit opgeslagen in de fysieke aanwezigheid van de bestaande tempelconstructie. Zo wordt de kennis en de expertise overgedragen van generatie op generatie, van deelnemer op deelnemer. BOKRIJK SENGU neemt dit proces van fysieke en mentale overdracht van kennis en expertise als startpunt om na te denken over de toekomst van vakmanschap, i.c. hout, in een hedendaagse context.
Doelstelling project
De voornaamste doelstelling van BOKRIJK SENGU was om in de context van het Openluchtmuseum het proces van ‘kennisoverdracht’ mogelijk te maken, waarbij een duurzame samenwerking tussen designers, bezoekers en vaklui centraal staat. TAAT had ervaring in het cocreëren van houten constructies met een publiek en een breed scala van experts en studenten. Het bouwpakket dat werd gemaakt voor BOKRIJK SENGU was tegelijkertijd een belevingsinstallatie als een hands-onmediator tussen iedereen die betrokken is bij het project.
Proces
In de ontwikkeling van BOKRIJK SENGU werkte TAAT samen met vijf jonge Vlaamse en Nederlandse ontwerpers (Bas Vrehen, Frederic Schobben, Jolien Naeyaert, Sylvie Hagens en Ward Delbeke) om via een opensource-ontwerpproces tot een ruimtelijke strategie te komen. Naar analogie met de procesmatige aanpak in Japanse tempelbouw heeft TAAT steeds de ‘rituele’ connectie met het materiaal en met de verschillende handelingen centraal gesteld. Zo werd per ontwerpweekend (in totaal zes - tussen november 2015 en juli 2016) de nadruk gelegd op het hoe en het waarom van elke actie (kappen, verzagen, stapelen, verbinden, bouwen), zodat de designers het bewustzijn van het hier-en-nu maakproces ten volle konden inzetten in het ontwerp. Het hele traject en de materialen zijn 100% made in Bokrijk.
Het uiteindelijke doel was om dit bewustwordingsproces in al zijn facetten over te dragen op de bezoekers en de deelnemers op de bouwdag van 24 juli 2016 en daarna.
Bokrijk Sengu – technisch
Het bouwprincipe van BOKRIJK SENGU gaat uit van een basisgrid van 11x5 meter, dat in twee zones is verdeeld: zone A bevat de startvorm, een eenvoudig opgebouwd volume met een sterke belevingswaarde, dat als voorbeeld dient om bezoekers te enthousiasmeren voor deelname aan het bouwproces. Veld B is volledig leeg bij aanvang.
Op 24 juli 2016 ging een bouwteam de uitdaging aan om alle bouwblokken van veld A naar veld B te verplaatsen en dit te doen op een manier die een nieuwe bouwvorm – dus een nieuwe beleving – genereerde. Het beslissingsproces voor de nieuwe bouwvorm op veld B was co-creatief. Deelnemers en designers gebruikten een handleiding om tot deze nieuwe vorm te komen.
Vervolg
Het verhaal van Bokrijk Sengu stopt niet. In de loop van 2017 konden de bezoekers het bouwwerk bezoeken naast de schuur uit Lommel-Kattenbos. Binnen in de schuur werd de totstandkoming geduid in woord en beeld en konden bezoekers aan de slag met een miniatuurversie ervan. Vandaag wordt het verhaal verteld in de Atelierschuur Hout uit Mol-Sluis.
Het principe van de Bokrijk Sengu is dat het een eeuwigdurende actie vereist. Daarom werd tijdens het traject beslist om verder te bouwen met de installatie, liefst buiten Bokrijk, om deze kennis ook extern over te dragen. Bokrijk Sengu verhuisde intussen van het Openluchtmuseum naar een nieuwe locatie: de Verbeke Foundation, een bijzondere opportuniteit. Deze organisatie staat er immers om bekend een grote kunstcollectie te tonen en te duiden voor zowel nationale als internationale bezoekers.