Meer dan 100 jaar geleden deed deze bunker dienst als observatiepost voor schietoefeningen van de Duitsers in WO I. Vanop hoogte zagen ze immers beter waar de projectielen insloegen. Richt zeker je blik naar boven en ontdek via een periscopische spiegel de uitkijkgaten. Ook vleermuizen nestelen zich hier in een speciale kast. De bunker is bovendien een van de zeven stopplaatsen in de gegidste fietsroute voor groepen.
De observatiebunker maakt deel uit van het kunstproject ‘de bunker weent’. Regenwater wordt op het dak van de bunker opgevangen waarna het langzaam langs de buitenwand drupt en er een (kalk)traan ontstaat, een verwijzing naar het leed dat WO I veroorzaakte. De traan en het poëtisch opschrift onder de schietgaten spreekt tot de verbeelding. Op deze betekenisvolle plek kunnen voorbijgangers en fietsers verpozen, schuilen of gewoon genieten van de rust.
Tekst Jan Zoons
Wat is dat voor een vreemd gebouw achter het arboretum?
Iedereen kent ongetwijfeld dit torentje dat achter het arboretum ligt. Maar weet je ook waarom het gebouwd werd?
Bokrijkenaar Roger Houbregs: “Het werd, samen met nog twee betonnen uitkijkposten, door de Duitsers tijdens WO I gebouwd als observatiepost voor hun schietoefeningen met kanonnen vanaf het vliegveld (militair oefenterrein) van Kiewit naar de Vlasberg (in Zonhoven). De twee andere betonnen uitkijkposten lagen ingegraven op de toppen van de Vlasberg en op de 'Pèèrdsberg' (Andreasberg) onder Genk”.
Een krantenartikel uit die tijd: Het vrij snelle vertrek van de jonge graaf de Meeus in november 1917 had waarschijnlijk te maken met de oorlog en het on veilige leven op het kasteel. Niet dat er gevechten plaatsgevonden hebben, maar de aanwezigheid van een schietstand ten noorden van het domein op de Zonhoverhei hield heel wat risico’s in. Vanuit Kiewit werd er geschoten richting Genk en de kogels en bommen sloegen in op de onbewoonde Boxbergheide. Om hun explosieve experimenten goed te kunnen observeren, bouwden de Duitsers een houten toren op de grens van het domein met de Zonhoverhei. Blijkbaar was een houten toren niet veilig genoeg, want het gevaarte werd vervangen door een betonnen constructie die er nog altijd staat.
De eigenaar van de bossen leed natuurlijk veel schade want door de kogelinslagen waren de eiken en de beuken alleen nog goed voor brandhout. Er zijn toen heel wat bomen gekapt; zelfs de eeuwenoude koningsden móest er bijna aan geloven, maar door toedoen van opzichter Rosius werd deze prachtige boom gespaard.
Tekst dr. Paul Leppens
Schiettoren te Bokrijk (Genk)
Deze schiettoren, een getuige van WO 1, ligt op de grens van het domein Bokrijk, langs een pad tussen het arboretum en het Wiek.
Op 4 augustus 1914 vallen de Duitse troepen België binnen. De Maasforten vallen en op 20 augustus is Brussel reeds bezet. Antwerpen valt op 9 oktober in handen van de vijand. Aanvankelijk lijkt Genk te ontsnappen aan het oorlogsgeweld. Maar op maandag 28 september 1914 vallen iets buiten het centrum van Genk de eerste schoten. Het duurt tot donderdag 1 oktober voor de Duitsers terugkeren en de laatste Belgische troepen verdrijven. De eerste dagen verlopen erg woelig. Later nestelen de Duitse troepen zich op verschillende plaatsen in de gemeente.
Op de Zonhoverheide, ten noorden van Bokrijk, wordt een schietterrein aangelegd. Vanuit Kiewit vuurt men richting Genk zodat de kogels inslaan op de Boksberg. Vanuit de houten toren achter in het bos - later vervangen door de betonnen toren, die er zich nog steeds bevindt - controleert men de schietoefeningen. Heel wat bomen worden vernield.
uit: Bokrijk van kloosterdomein tot openluchtmuseum dr. Paul Leppens. Wijer 2009 is een uitgave van Limburgse studies vzw, Schansstraat 135, 3850 Wijer