Skip to main content
graanmolen

10 belangrijkste graansoorten

  1. Tarwe
    Tarwe kennen we allemaal. Het zit boordevol koolhydraten, eiwitten, vetstoffen en mineralen: niet voor niets het meest verbouwde gewas ter wereld, dus! Rond de 8e eeuw veroverde tarwe Europa vanuit Frankrijk. In de vroege middeleeuwen werd het ook bij ons een publiekslieveling. En dat is het nog steeds!
  2. Rogge
    Rogge is dan weer van een totaal ander kaliber: het heeft geen elastische gluten, waardoor het brood dat je ervan bakt een stuk vaster, zuurder en donkerder is dan tarwebrood. In de klassieke oudheid vonden ze dat geen pluspunten en was het een soort van ‘hongersnoodbrood’. In Oost-Europa en onze eigen Kempen viel het beter in de smaak: de opgang van rogge begon in de 4e eeuw in Duitsland maar pas in de 10e eeuw nam de roggeteelt toe. Vandaag de dag maakt het een sterke comeback.
  3. Spelt
    Spelt behoort eveneens tot onze oudste granen: in Europa komt het voor sinds het neolithicum. Het was ook lange tijd het standaardgraan van het Romeinse Rijk. Dit biologische broertje van tarwe is een cultuurgraan dat ontstond uit mutaties, maar dat maakt het natuurlijk niet minder lekker! Na het jaar 1000 was spelt alleen nog aanwezig in bepaalde gebieden  –  waaronder de Belgische Ardennen  –  maar aan het begin van de 21e eeuw wint deze graansoort aan populariteit. 
  4. Gerst
    Gerst ligt al enorm lang op ons bord. Waarschijnlijk was het zelfs het eerste graan dat door de prehistorische mens werd gegeten en geteeld. De Romeinen kroonden het tot hun belangrijkste graansoort, maar om brood mee te bakken is gerst eigenlijk geen topfavoriet. Door het hoge zetmeelgehalte en lage eiwitgehalte is het gelukkig wel perfect om bier mee te brouwen!
  5. Haver
    Haver begon als onkruid; enkel de Germanen lustten er (letterlijk) pap van. Op het Duitse platteland was haverpap zelfs dagelijkse kost tot in de 19e eeuw. In graanarme streken of periodes werd het ook aan brood toegevoegd. De haverpaptraditie blijft intussen voornamelijk in Engeland populair, maar ook op andere plekken groeit de interesse. Andere landen zien deze graansoort ook als paardenvoer.
  6. Boekweit
    Boekweit werd wellicht ingevoerd uit Azië en bleek een ideaal gewas om te telen in de Kempen omdat het goed op magere grond groeit. Zo zou er in Schilde anno 1395 al boekweit gewonnen worden. In sommige streken van Noord-Limburg nam boekweit rond 1800 meer dan 30% van het areaal in beslag. Een gewas met traditie dus, maar technisch gezien géén ‘echte’ graansoort: boekweit behoort immers niet tot de grassenfamilie maar wel tot de duizendknoopfamilie en is bovendien glutenvrij.
  7. Maïs
    Maïs lijkt dan wel amper op een graankorrel, toch hoort het thuis in dit lijstje. De geschiedenis van maïs gaat terug tot 3.000 jaar geleden te Midden-Amerika. Niemand minder dan Columbus bracht deze graansoort naar Europa. Daarom is ‘cornbread’ (eerder vergelijkbaar met cake dan brood) in de VS nog steeds een erg geliefd gerecht bij Thanksgiving.
  8. Rijst
    Rijst is natuurlijk hét basisvoedsel bij uitstek in Aziatische landen. Veel mensen weten echter niet dat rijst plantkundig gezien ook een graansoort is. Van rijst kan je melk, bloem, azijn, … zelfs wijn maken. Maar brood dan weer niet. Een beetje een vreemde eend in de bijt, dus!
  9. Gierst
    Gierst ken je waarschijnlijk vooral in de vorm van couscous. Deze graansoort uit het Middellandse Zeegebied wordt traditioneel gesproken veel in de Marokkaanse keuken gebruikt, maar valt ook meer en meer in de smaak in de Lage Landen. De korte kooktijd past immers prima in een druk hedendaags leven. Extra interessant: je kan van gierst ook glutenvrij brood maken!
  10. Millet
    Millet is wellicht de meest onbekende naam in onze top-10. Toch verdient deze glutenvrije graansoort uit de griesfamilie (zie hierboven) een eervolle laatste vermelding. De smaak van dit graan is iets zoeter en dus erg geschikt voor bij het ontbijt met bijvoorbeeld wat honing en vers fruit, of als unieke toets in een zomersalade. 
  11. BONUS: Masteluin
    Masteluin is een mengsel van 50% tarwe en 50% rogge. De term wordt ook gebruikt voor gemengd meel, maar rasecht masteluinbrood is gebakken van graan dat op de akker gemengd gezaaid werd. Het brood dat je hierdoor op je bord krijgt, is lichter dan roggebrood maar steviger dan tarwebrood.

Subscribe to the newsletter